Van Xian via Lanzhou naar Xiahe

7 juli Xián:

Vanavond in de bar wat gedronken, blufpoker gespeeld, Truus heeft vaak verloren en moest regelmatig bier drinken. Gelukkig zit hier niet zoveel alcohol in en hebben we overdag veel vocht verloren dus dat kan geen kwaad. Toen we buiten kwamen regende het en we hebben 3 Tuktuk's genomen naar het hotel. Om 22.30 uur naar bed, geen voetbal vannacht.

8 juli:

Om 5 uur loopt de wekker af want om 6 uur vertrekken we naar het vliegveld voor de vlucht naar Lanzhou.  Om 7.55 uur hebben we onze vlucht en om 9.15 uur landen we veilig in Lanzhou.

Het vliegveld ligt buiten deze stad en we vermijden deze stad dan ook en gaan via Linxhia op weg naar Xiahe. We moeten 240 km. rijden eerst over een hoge bergpas (2200 mtr.), het landschap wordt steeds ruiger en de weg steeds slechter. We stijgen na de pas nog verder en gaan over het Tibetaanse (in China) plateau naar Xiahe. Xiahe ligt op 2870 meter en dat merken we meteen aan onze conditie, snel moe, alles wat trager uitvoeren want anders kom je adem tekort. Om 15.30 uur komen we hier aan, onderweg maken we op de pas nog een fotostop (zie foto)   We moeten in Xiahe even naar het hotel zoeken want Jiang en de chauffeur zijn hier niet bekend maar uiteindelijk komen we bij een mooi hotel aan. Tibetaanse stijl (foto)                                                                    We gaan om 16 uur nog even samen de stad in, op straat komen we hier heel veel monikken tegen. Er wonen hier zeker 2000 monikken allemaal gekleed in paars/rode pijen.  Daarna naar de kamer om te douchen, helaas een koude douche want hier is alleen van 20 tot 23 uuur warm water. Dan maar even koud wassen en om 18.30 uur gaan we eten. Vanavond nog even op het terras bij het hotel gezeten en tijdig naar bed.

9 juli:

Vanmorgen om 8 uur ontbijt in het hotel, of beter gezegd in de woonkamer van de familie want in de eetzaal zit een grote groep chinesche "tieners".  Vannacht heeft het geregend en ook nu regent het nog steeds. We bezoeken vanochtend de Labrang Monastery, het grootste Tibetaans monnikken klooster buiten Tibet.  Hier hebben we een rondleiding door een engels sprekende monnik en na de rondleiding gaan we met het busje naar enkele dorpjes op de Tibetaanse grasvlakte. Deze dorpjes liggen op 3200 meter hoogte en tijdens deze rit hebben we ondanks de regen mooie uitzichten over de groene vlakte. Overal zie je hier kuddes Yaks of schapen en kleine nomaden nederzettingen. Gaande weg de middag klaart het iets op maar het blijft een beetje miezeren. We eten in een gebouwtje onderweg en dat blijkt een restaurant in niemandsland te zijn vlak bij een stuk modderige weg waar we op de heenweg met moeite doorheen glibberen maar waar op de terugweg de mannen met vereende krachten hulp hebben moeten verlenen.  Na de lunch bezoeken we nog een dorp  (the eight corner village) waar enkele moedigen onderons de stadsmuur beklimmen (erg modderig) en dat blijkt geen succes. Het uitzicht is volgens sommigen erg mooi maar de weg terug glibberig. Truus is tot halverwege meegegaan en met hulp van de chauffeur goed beneden gekomen. Ruud daarentegen gaat volledig plat in de modder tot groot vermaak van de dames die in de buurt de was aan het doen zijn.  Ruud is nu eigelijk ook aan een grondige wasbeurt toe maar moet nog even wachten.  Inmiddels is het droog en het zonnetje komt langzaam tevoorschijn. Om 15.00 uur gaan we terug naar  het hotel alwaar Truus  de modderige schoenen schoon gaat maken en ik achter internet ga zitten voor deze reislog. Vanavond gaan we nog samen eten en iets drinken en waarschijnlijk op tijd naar bed. Morgen vroeg reizen we verder en ik weet niet of daar internet is dus afwachten maar.